Het is een driehoek omdat het van fase 0, naar 1, 2 of 3 over steeds minder leerlingen gaat waarvoor de zorg steeds specifieker wordt. De vorige fase blijft van kracht, wanneer je overgaat naar een volgende fase.
Onderaan in het zorgcontinuüm van zorg staat brede basiszorg. Dit is de zorg die iedere leerkracht biedt aan alle leerlingen om met kwaliteitsonderwijs optimale ontwikkelingskansen na te streven. PIVA stimuleert via een krachtige leeromgeving de ontwikkeling van alle leerlingen en probeert problemen te voorkomen. Ze werkt daarbij actief aan het verminderen van risicofactoren en aan het versterken van beschermende factoren.
Vakleerkrachten en titularissen vormen in deze fase de spil van de leerlingenbegeleiding. Zij staan het dichtst bij de leerling én bouwen een grote expertise op. Zij zorgen voor het persoonlijk welzijn van elke individuele leerling, observeren het groeiproces in de klas, het leefklimaat op school en in de klas.
Degelijke begeleiding vraagt:
- een positieve houding van de leerkracht: bereikbaar, open, respectvol
- samenwerking met (vak)collega’s via structureel overleg in diverse formele en informele klassenraden
- voldoende vaardigheden om in dat overleg te functioneren
- een goed gebruik van de aangeboden instrumenten om de leerlingen op te volgen in Smartschool: leerlingvolgsysteem, leerlingendossiers …
Om de leerkracht te ondersteunen is samenwerking met het CLB, onderwijsbegeleiding en nascholing noodzakelijk.
FASE 1: VERHOOGDE ZORG
Soms volstaat een brede basiszorg niet. In de fase van verhoogde zorg beschikt het PIVA-team zelf over voldoende deskundigheid om deze leerlingen de nodige ontwikkelingskansen en -stimulansen te bieden. Het is bij voorkeur de klasleerkracht die deze zorg binnen de normale klascontext realiseert, zo nodig ondersteund door de cel leerlingenbegeleiding. Leerlingen en hun ouders worden als ervaringsdeskundigen nauw bij de verhoogde zorg betrokken. In deze fase is er een planmatige aanpak. De stappen plannen, handelen en evalueren worden opgenomen in het leerlingendossier. In deze fase kan een zorgoverleg georganiseerd worden.
De Cel Leerlingenbegeleiding bestaat uit een coördinerende leerkracht, een medewerker van CLB, een medewerker van CSW, eventueel bijgestaan door de directeur. Deze personen nemen als werkgroep de ondersteuningstaak op zich en adviseren vanuit hun deskundigheid de collega’s. Zij volgen de ingewonnen informatie vanuit het leerlingvolgsysteem strikt op en maken een opvolgingsplan op.
De Cel Leerlingenbegeleiding:
- coördineert
- zorgt voor een grotere deskundigheid: tijdens inhaallessen kan bij leermoeilijkheden in een één-op-één relatie gewerkt worden met een leerling en aandacht gevraagd worden voor de aanpak van leermoeilijkheden in de vaklessen
- verwijst als het nodig is door naar externe diensten en het CLB
- treedt op als systeembegeleider van de leerlingenbegeleiding op school
- kan soms instaan voor de nascholing van de leerkrachten
FASE 2: UITBREIDING VAN ZORG
Voor sommige leerlingen volstaat de verhoogde zorg niet meer en de begeleiding van de leerling in de schoolse situatie dreigt vast te lopen. Het PIVA-team voelt dat zijn inspanningen, die van de ouders en van de leerling geen of onvoldoende resultaat opleveren en heeft versterking nodig.
Er is nood aan bijkomende inzichten in de onderwijsleersituatie. Schoolteam en leerling/ouders besluiten het CLB- en/of CSW-team te betrekken bij de individuele probleemanalyse. Het CLB richt zich op de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de individuele leerling en op de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht(en) en de ouders.
Alle informatie die tot dan toe werd verzameld in het leerlingendossier vormen het startpunt van de intakefase.
Op dit niveau situeren zich alle externe diensten, het welzijn, de hulpverlening en de organisaties uit het jeugdwerk. Het CLB heeft een draaischijffunctie tussen school en organisaties en diensten extern aan de school (OCMW, Ondersteuningscel Jeugdzorg, PISAD).
Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB)
Het decreet op de Centra voor Leerlingenbegeleiding situeert het zwaartepunt in de leerlingenbegeleiding bij de ouders en de school. Zij zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van kinderen en jongeren. Het CLB moet daarbij ondersteuning bieden. Tussen PIVA en CLB werd een overeenkomst afgesloten waarin inhoudelijke en praktische afspraken vastgelegd werden. Deze overeenkomst wordt op regelmatige basis geëvalueerd en opgevolgd.
Enkele kenmerken van de samenwerking:
- de begeleiding is vraaggestuurd. De school en het CLB gaan samen na wat er al op school gebeurt aan leerlingenbegeleiding en waar de school de meeste behoefte aan heeft. Het CLB begeleidt en ondersteunt leerlingen, ouders en schoolpersoneel op vier begeleidingsdomeinen: leren en studeren, schoolloopbaan, preventieve gezondheidszorg, psychisch en sociaal functioneren.
- de verplichte begeleiding door het CLB: medische onderzoeken en activiteiten in verband met de leerplichtcontrole (spijbelen). Leerlingen en ouders moeten hieraan meewerken.
- CLB-medewerkers kunnen relevante informatie opvragen die over de leerlingen in de school aanwezig is, de directeur en de leerkrachten van de school hebben recht op relevante informatie over leerlingen in begeleiding. Bij het doorgeven van de informatie gelden de regels van het beroepsgeheim, de deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
- in het kader van zijn schoolondersteunende werking onderneemt het CLB aanvullend op de inspanningen van de school, vanuit zijn deskundigheid, de nodige acties om schoolinterne leerlingenbegeleiding te ondersteunen en te helpen optimaliseren.
- op vraag van individuele leerlingen en ouders vertrekt het leerlinggebonden aanbod steeds vanuit een zorgvraag die betrekking heeft op het welbevinden van de leerling met het oog op het vrijwaren of versterken van zijn leerproces of de onderwijsloopbaan nu of in de toekomst.
- het CLB heeft zicht op het netwerk van hulpverleners, buurt- en jeugdwerkers in de buurt die na overleg met ouders, leerlingen en school kunnen worden ingeschakeld
Cel voor Schoolmaatschappelijk Werk
De eerste zorg van het Provinciaal Onderwijs Oost-Vlaanderen is en blijft elke leerling optimale en volwaardige ontwikkelingskansen bieden. Een open en democratische schoolcultuur levert hiervoor de beste garanties. Het realiseren van meer gelijke kansen voor iedereen is essentieel in het waarborgen van kwaliteitsvol onderwijs.
De strijd tegen de dualisering veronderstelt aandacht voor de financiële, maar ook voor de sociale en culturele drempels in de toegang tot en de doorstroming in het onderwijs.
Opdat de provinciale scholen zouden kunnen uitgroeien tot wezenlijk zorgzame instellingen, die de ontwikkeling van financiële, persoonlijke of gezinsgebonden problemen van jongeren kunnen voorkomen en oplossen, heeft de provincie als inrichtende macht ervoor gekozen de draagkracht van de provinciale scholen en leerkrachtenteams te versterken.
Een belangrijk instrument hiervoor is de Cel voor Schoolmaatschappelijk Werk. De cel biedt aan de provinciale scholen een unieke sociale dienstverlening. De cel bestaat uit een team van maatschappelijk assistenten, waarvan één lid PIVA opvolgt.
School, ouders en leerlingen kunnen vrij en kosteloos een beroep doen op deze dienstverlening.
De schoolmaatschappelijk werker is een vertrouwenspersoon. Hij/zij werkt discreet en met respect voor de leerlingen en hun specifieke situatie.
FASE 3: INDIVIDUEEL AANGEPAST CURRICULUM (IAC)
Als het zorgaanbod van PIVA nog steeds onvoldoende afgestemd is op de onderwijsbehoeften van de leerling, of wanneer PIVA onvoldoende draagvlak heeft om adequaat in te gaan op de zorgvraag, kan een overstap naar een school op maat met een meer specifiek aanbod, een zinvol alternatief zijn.
Het PIVA-team blijft de leerling actief helpen en communiceert open met de betrokken partners. Het CLB-team bespreekt met de ouders, de leerling en het PIVA-team de situatie van onvoldoende afstemming in de huidige school, overloopt de verschillende mogelijkheden die zich nu aanbieden en onderzoekt het keuzeproces.